Wessel Zweers
Laatste berichten van Wessel Zweers (alles zien)

Regelmatig wandelen houdt niet op zodra je kinderen krijgt. Al op jonge leeftijd kun je ze meenemen op wandelingen – al zul je die natuurlijk wel moeten aanpassen aan de mogelijkheden en beperkingen die kinderen met zich meebrengen. Of je kind het leuk vindt om te wandelen? Er zijn heel wat mogelijkheden om ze het naar de zin te maken.

Tip 1: variatie

Kinderen vervelen zich snel. Ze willen onderweg veel te zien hebben. Dat kan van alles zijn: bijzondere planten en dieren, een beekje, een heuveltje met uitzicht, een paard in een wei, een kasteel, een trein in de verte – als er maar afwisseling is.

Liever bos dan polders

Vooral boswandelingen doen het goed bij veel kinderen. Donkere bospaden stimuleren de fantasie, er zijn genoeg bomen om in te klimmen en er zijn altijd wel takken, dennenappels en andere voorwerpen voorhanden om te gebruiken bij spelletjes en fantasietjes. Een wandeling door weidse polders, zoals het Groene Hart, zullen de meeste kinderen niet erg boeiend vinden.

Stel leuke doelen

Met name bij wat oudere kinderen werkt het stimulerend om een of twee concrete doelen te noemen. Noem nooit het ‘W-woord’. Dus niet: we gaan vanmiddag wandelen, want dat vinden pubers maar sáái. Maar liever: we gaan naar een kasteel, of naar een mooi uitzicht. Zodra ze warm zijn gemaakt voor een leuk doel, vinden ze het minder erg dat ze er een kilometer of wat voor moeten lopen. Zolang het wandelen maar een middel is, en geen doel op zich.

De kinderen erbij betrekken

Wat vaak ook goed werkt bij oudere kinderen: Vermijd dat ze de hele tijd maar achter je aanhobbelen en geef ze een actievere rol. Laat hen bijvoorbeeld meekijken op je kaarten. Of laat hen voorop lopen met de routebeschrijving. Zo voelen ze zich meer betrokken bij de wandeling en zullen ze minder snel klagen over vermoeidheid en saaie omgevingen.

Betrek ze ook in de besluitvorming. Zijn er twee varianten mogelijk? Laat de kinderen meebeslissen. Wanneer pauzeren? Laat het de kinderen maar bepalen. Als zij een aangename wandeling hebben, dan heb je die ook.

Gps en geocaching

Ook hightech gadgets doen het goed (net als bij volwassenen overigens). Heb je een gps-ontvanger? Neem die mee, ook al heb je genoeg aan je routebeschrijving en wandelkaartje. Een gps-ontvanger biedt genoeg knoppen en tochtgegevens om de wat oudere kinderen bezig te houden. Zorg er wel voor dat ze het koordje van de gps-ontvanger goed om hun handen doen.

Over gps gesproken: je kunt besluiten om de wandeling te combineren met geocaching. Het zoeken naar een cache maakt de tocht extra spannend. Mijn tip: plan de cache zoveel mogelijk aan het einde van de wandeling. Bij veel kinderen is na het vinden van de cache de ‘kick’ voorbij is en bij het uitblijven van andere concrete doelen (een ijsje op een terrasje) kan de verveling alsnog toeslaan.

Natuurgidsen

Houden de kinderen (nog) niet zo van technische snufjes? Misschien interesseren ze zich wel voor bloemen, planten, bomen en vogels. Neem een geschikt natuurgidsje mee. Sommige gidsjes zijn speciaal voor kinderen geschreven.

Tip 2: zwaarte

Lengte

Hoeveel kilometer een kind kan wandelen, hangt sterk af van zijn motivatie. In grote lijnen geldt de regel: de leeftijd van het kind bepaalt het aantal kilometers van de wandeling. Ga dus bij een kind van vijf jaar uit van een tocht van maximaal 5 km. Dit is natuurlijk niet meer dan een vuistregel: een enthousiast kind kan vaak langere tochten aan, soms wel 8 of 10 km. En los daarvan ga je misschien altijd met meerdere kinderen op stap. In dat geval zul je een middenweg moeten vinden in wat de kinderen allemaal aankunnen.

Rustpauzes

Ook goed voor het moreel: vaak en lang genoeg pauzeren. Neem eventueel een kleine versnapering mee. Veel kinderen vinden het fantastisch om te pauzeren bij stromend water (dammetjes bouwen) of bij veel zand (spelletjes en bouwwerken). Vuistregel: vermenigvuldig de tijd die de wandeling normaliter zou vragen gerust met 2. Dan krijg je een heel aardige schatting hoe lang je met jonge kinderen onderweg bent.

Eten en drinken

Zeker voor kinderen is het belangrijk om niet te veel vocht te verliezen. Neem dus voldoende drinken mee. Eventueel kan je kind zelf een bidon of waterfles in een eigen rugzakje dragen. Dit maakt het voor hem makkelijker gelijk iets te drinken, zodra hij dorst krijgt. Hou er wel rekening mee dat een kind vaak zelf niet in de gaten heeft dat het veel vocht verliest vanwege het transpireren.

Tip 3: leeftijd

Voor elke leeftijd zijn er wel hulpmiddelen te bedenken om de wandeling voor het kind aangenamer te maken. Hier noem ik wat suggesties.

Draagzak

Baby’s tot ongeveer negen maanden kun je vervoeren in een draagzak. Een praktische oplossing die het mogelijk maakt je eigen tempo te bepalen, maar minder geschikt voor urenlange tochten.

Buggy

Een buggy of driewieler kinderwagen is minder belastend voor de baby en voor je rug. Bovendien kun je er ook wat andere spulletjes in kwijt. Uiteraard is een buggy veel minder geschikt voor bergwandelingen.

Bolderkar

Een bolderkar is weer wat groter en zwaarder dan een buggy. Sommige bolderkarren (Rambler) zijn ook geschikt voor ruw terrein. Ideaal voor strand- en boswandelingen. Ook handig als je meerdere kinderen hebt: ze kunnen er beurtelings in, of zelfs een paar tegelijk (en jij maar zwoegen!). Enkele aanbieders van bolderkarren vind je op www.praktikar-bolderkar.nl en www.rambler.company.

Nadeel: meestal zul je een flinke auto nodig hebben om zo’n kar te vervoeren. Daarom ook niet zo praktisch op vakantie. Wie niet veel ruimte in de auto heeft, kan eens kijken naar de UlfBo-bolderkarren, lichtgewicht en opvouwbaar.

Nog een nadeel: nieuwe bolderkarren zijn best prijzig. Maar ze zijn in overvloed te verkrijgen op tweedehands websites als Marktplaats.nl.

Rugdrager

Een stuk handzamer dan bolderkarren zijn rugdragers. Net als een rugzakje draag je een rugdrager op schouders en vooral heupen. Met name voor langere tochten is dit comfortabeler dan een draagzak. Een ander belangrijk voordeel in vergelijking met een buggy of bolderkar: je hebt beide handen vrij. Handig als je een routebeschrijving, topokaart of gps-ontvanger meeneemt.

Wel zul je je eigen spulletjes (water, fruit, regenkleding) op een andere manier moeten vervoeren. Het handigst is dat een partner, een vriend of een ouder kind dit voor je doet.

Wissel het lopen met rugdrager af met stukjes die kinderen zelf kunnen lopen. Dat is goed voor hun spieren en bloedsomloop. Het verkleint bij hen ook het risico van onderkoeling of oververhitting door de beperkte bewegingsvrijheid in de drager. Meer dan 3 uur per dag een kind in de rugdrager is sowieso niet aan te raden.

Ezels

Een nieuwe trend: gezinswandelingen met een ezel. Zowel in Nederland als in andere Europese landen is het steeds vaker mogelijk om een ezel te huren, soms zelfs op meerdaagse tochten. Alleen minder geschikt voor baby’s en peuters. Enkele aanbieders:

Tip 4: veiligheid

Kinderen hebben over het algemeen andere grenzen dan volwassenen als het gaat om veiligheid en verantwoordelijkheid. Dat kan zich enerzijds uiten in roekeloos gedrag (te weinig angst) en anderzijds in hoogtevrees (te veel angst). Hoe je daarmee omgaat, is grotendeels een kwestie van opvoeden en coachen – een sociale kwestie dus. Toch kan het geen kwaad om praktische maatregelen te treffen.

Contact

Vooral in de bergen is het belangrijk om de kinderen niet uit het oog te verliezen. Maak daarover dus goede afspraken – en maak duidelijk dat die afspraken ook echt belangrijk zijn. Daarnaast zijn mobiele telefoons natuurlijk heel handig, maar realiseer je je wel dat je in de bergen niet altijd ontvangst hebt. Fluitjes, verkrijgbaar in iedere buitensportzaak, zijn een stuk goedkoper en werken altijd.

Tuigjes

Zijn je kinderen nog erg jong en is hun evenwichtsgevoel beperkt? Neem op bergwandelingen extra tuigjes mee, zodat je de kinderen bij steile stukken in de bergen kunt zekeren en ze zich veiliger zullen voelen.

EHBO

Het is sowieso handig om altijd een EHBO-setje bij je te hebben, maar met speelgrage kinderen erbij zul je merken dat je de pleisters en zalfjes veel vaker nodig hebt!

In de bergen met kinderen

Bergwandelen stelt extra hoge eisen aan veiligheid als je kinderen meeneemt. Belangrijk is om duidelijke afspraken met hen te maken. Zoals: vooruitlopen mag, maar bij de beek op elkaar wachten. Of: altijd in het zicht van de ouders blijven. Of: niet van de gemarkeerde paden afwijken. Of: lastige passages bij elkaar blijven om elkaar te helpen.
Maak je een huttentocht? Veel berghutten zijn vooral op volwassenen gericht, maar ze bestaan wel: de hutten met een speelplaats, speelweide, klimrotsen en leuke meertjes. Meer info bij de NKBV.

Wandelen met kinderen – jouw ervaringen?

Deel ze hieronder!